Zaterdag, 5 oktober 2024
Logo de Stadsruit

De staat van de straat – Terwenakker

Buurvrouw G. loopt er graag over de kade. Sinds ze dat witte hondje heeft loopt ze er elke dag, hier over de Terwenakker, en dan langs de Leuvehaven weer terug. Altijd plastic zakjes bij zich om de drollen op te rapen, het moet wel netjes blijven. Het ziet er nu wel mooi uit hier. Van die platte kinderkopjes, bankjes.

Dat is hier allemaal opgeknapt toen ze er die parkeergarage hebben gebouwd. Al weer jaren geleden, maar ze weet nog goed de herrie van de heimachines en de rinkelende bel van de bouwkraan als die over de bouwput heen en weer reed.

Toen ze hier pas kwam wonen, bijna veertig jaar geleden, werden er nog schepen gelost en reden de geldwagens af en aan naar de Nederlandse Bank. Daarna zijn die rood-geel-blauwe flats langs de Boompjes gebouwd en werd het hier een beetje een achterkant. Stilletjes. De kade begint nu weer wat levendiger te worden: in het vroegere bankgebouw zitten nu jongelui met hun eigen bedrijfjes en ook liggen er nu weer schepen. Oude sleepboten, soms een jacht, de praktijk-schepen van het Scheepvaart- en Transport College.

Sinds een paar weken ligt er een schip, groot, wit. Mevrouw G. heeft gehoord dat er mensen uit Oekraïne wonen die de oorlog zijn ontvlucht. Aarzelend komt ze wat dichterbij. ‘Arkona’  heet het schip, het is zo’n riviercruiser voor Rijnreisjes, mevrouw G. heeft er zelf wel eens een gemaakt. Op de kade staat een grote accu, ‘Green power’ heet het, maar er staat ook een brommende generator naast. In een paal hangen camera’s, alles wordt hier goed in de gaten gehouden.

Bij een container staat een jonge vrouw met een lange vlecht. In de container staan wasmachines, mevrouw G. telt er wel zes. ‘Good morning’, probeert ze. De vrouw schenkt haar een vage glimlach maar zegt niets. ‘Six washing machines, is that enough for you?’ probeert mevrouw G. Ze wil helpen, misschien kan ze ook eens een wasje draaien voor die mensen.

 ‘Machines. Yes.’ zegt de vrouw met een zwaar accent. Ze staart weer in de verte. Op de Arkona lopen mannen heen en weer met mobiele telefoons. Mevrouw G. weet niet hoe het gesprek verder moet, mompelt nog een keer ‘good morning’ maar de vrouw reageert al niet meer.

Bedremmeld loopt mevrouw G. door. Dan bukt ze zich: het witte mormel heeft een drolletje gedraaid. Geroutineerd pakt ze het op in een plastic zakje en deponeert het in een vuilnisbak.   

(P.Aubert)



Gerelateerde artikelen