Fototentoonstelling Stadsdriehoek 1973: een lage stad met lege stoepen

Een documentaire fototentoonstelling over de Stadsdriehoek in 1973 laat een nog lage en lege binnenstad zien. De gebouwen zijn nu aanmerkelijk hoger en de brede stoepen van de Wederopbouwstad zijn voller en rommeliger. Een recensie.
Foto’s bij het artikel Wim de Boek, 1973
Op 27 augustus jl. opende een fototentoonstelling bij erfgoedorganisatie Dig it up aan de Nieuwe Binnenweg. Te zien zijn daar ruim honderd foto’s die de kunstenaars Wim de Boek en Jan Oudenaarde op 1 en 6 juni 1973 namen in de Stadsdriehoek, het gebied tussen de Maas, de Goudsesingel en de Coolsingel-Schiedamsedijk.

Dat gebied komt ongeveer overeen met de historische stad(sdriehoek) Rotterdam zoals die vanaf de zeventiende tot halverwege de negentiende eeuw bestond. Daarna groeide Rotterdam buiten zijn vesten, alle kanten op.
De foto’s (een flink aantal daarvan is op de website van Dig it up goed te zien) werden na vijftig jaar voor het eerst geëxposeerd. Waarom maakten de kunstenaars deze foto’s?
Hun motief in 1973 was: ‘Als Rotterdam nog een keer wordt gebombardeerd, dan hebben wij de foto’s nog’.
Rotterdam is niet meer gebombardeerd, maar er kwamen sinds 1973 wel een groot aantal projectontwikkelaars, architecten, stedenbouwers en ambitieuze wethouders in de Stadsdriehoek langs, waardoor de stad van nu nauwelijks meer lijkt op die van de foto’s.

‘Manhattan aan de Maas’ moest nog ontstaan: de stad was betrekkelijk leeg, er was veel open ruimte in het centrum en de panden waren laag, allemaal wederopbouwarchitectuur. Die zijn de laatste decennia vaak vervangen door nieuwe, veel hogere gebouwen en aanmerkelijk veel meer woontorens. Wel zijn de vaak brede straten en de ruime pleinen van de Wederopbouwstad nu nog grotendeels intact.
De foto’s zijn documentair gemaakt, nuchter, feitelijk. Het zijn geen romantische plaatjes van de stad met mooie luchten. Dat past bij de tijd waarin ze zijn gemaakt: zo rond de jaren zeventig kozen beeldend kunstenaars internationaal vaak voor een droge, documentaire stijl zonder artistieke franje. Ook de stijl van presenteren in Dig it up is zakelijk: zelfde formaten, in rechte rijen en blokken.
Het lijkt wel een conceptueel kunstwerk. En eigenlijk ook een verbeelding van het nieuwe Rotterdamse centrum, waarvoor tijdens de oorlogsjaren een ‘modern’, rechthoekig stratenpatroon werd ontworpen. Een dringende wens van Rotterdamse ondernemers die na het vooroorlogse chaotische Rotterdamse centrum een modern ‘grid’ wilden.
De geleidelijk verandering van de lage wederopbouwstad naar de hoogbouwstad gedurende de afgelopen halve eeuw hebben velen van ons zien gebeuren, bewust meegemaakt en daardoor verbaast het ons niet. Mij viel nu op deze foto’s iets heel anders op: de trottoirs zijn zo leeg. Geen of weinig prullenbakken, geen bankjes, heel weinig bomen, erg weinig geparkeerde fietsen, geen terrassen, geen reclameborden op straat.

De stoepen zijn breed en leeg; hier en daar staat een eenzame parkeermeter. Die lege stoepen benadrukken natuurlijk het ‘onherbergzame’ karakter van het centrum van Rotterdam waarover toen veel werd geklaagd. In de jaren daarna werd geprobeerd om de stad menselijker, gezelliger te maken. De stad werd ‘aangekleed’. Lage bebouwing op de trottoirs van het Weena en de Coolsingel met winkels en horeca stond symbool hiervoor. Die bebouwing is bijna allemaal weer verdwenen.
Decennia later mocht de stoep op basis van overheidsvergunningen overgenomen worden door winkeliers en horeca. De stad hielp ijverig mee met het barricaderen van de stoep door daarop bloem- en boombakken te plaatsen, in alle maten en soorten. (Groen is goed!) Op onze stoepen staan inmiddels – naast terrasstoelen, afvalbakken, mupi’s, stoepborden van winkels, reclameborden, groenbakken, palen, fietsnietjes, een woud aan verkeersborden, eetkramen – ook veel slordig geparkeerde fietsen en huurscooters.

Nu de ‘verkamering’ van het centrum van Rotterdam snel toeneemt en veel gezinswoningen in studentenkamers worden omgekat neemt het aantal ‘weesfietsen’ fors toe. Alsof een student bij iedere verhuizing zijn of haar fiets bij de oude kamer achterlaat. Talloze fietsen staan jaren met lekke banden en verwijderde onderdelen op de stoep weg te roesten.
Op iedere straathoek zit tegenwoordig ook een forse supermarkt die overdag en ’s avonds veel slordig geparkeerde fietsen aantrekt. De brede lege stoepen van vroeger zijn nu voor kinderwagens en rolstoelen een vaak niet te nemen hindernis. Als je goed ter been bent slalom je wel om al die spullen heen. Maar een chaos blijft het.
Ja, het is veel gezelliger in Rotterdam dan vijftig jaar geleden, dat tonen de foto’s van De Boek en Oudenaarde wel aan. En ook voller, vuiler, slordiger, rommeliger.
(Hugo Bongers)