Scheepvaartkwartier en het nieuwe elan
We putten uit het rijke historische leven van het Scheepvaartkwartier zoals dit geschetst wordt in het boek Scheepvaartkwartier Rotterdam, Drie eeuwen stadsleven aan de Maas door Stad en Bedrijf. Aanvankelijk wilde Rotterdam van het Scheepvaarkwartier een Manhattan aan de Maas maken.
Gelukkig bleef het bij plannen, aangezien de waardering voor de oorspronkelijke sfeer en uitstraling ertoe leidde dat het Scheepvaarkwartier de status van beschermd stadsgezicht kreeg.
Beschermd stadsgezicht
In de loop van de jaren zeventig begon er een kentering op te treden in het grote vooruitgangsdenken, waarin alles van vroeger plaats zou moeten maken voor nieuwbouw en brede verkeerswegen. De bewoners van de oude stadswijken werden mondiger en weerbaarder. Ze stelden vast dat er aan hun woonomgeving veel mankeerde, maar dat het gemeentebestuur aan de Coolsingel daarvoor weinig tot geen oog had.
Te midden van het aanzwellende bewonersprotest dat leidde tot de stadsvernieuwing, vond ook een herwaardering plaats voor wat in het verleden aan bijzondere panden was voortgebracht.
Het Scheepvaartkwartier kwam in aanmerking om als waardevol vooroorlogs stadsdeel, per slot van rekening de eerste stadsuitbreiding van Rotterdam, gekoesterd te worden.
‘Bewaar Het Nieuwe Werk voor het nageslacht!’ , luidde de in forse letters gezette kop boven een artikel van Jan Meijer op 9 augustus 1973 in het Vrije Volk. ‘Nostalgie, heimwee, ja, naar wat?, vervult mij in die buurt. Ik kan lang kijken naar zo’n rijke gevelrij als in de Van Vollenhovenstraat, sierlijke pilaartjes, norse leeuwenkoppen, een mooi smeedijzeren hek op een balkon, een Oosterse erker, boogvensters, krullend loofwerk dat aan planten uit verre mysterieuze landen doet denken.
Is het niet vreemd, peins ik, dat we deze architectuur uit de vorige eeuw nog niet zo lang geleden als rotte vis bekeken. Wat was die 19e eeuw eigenlijk waard? Niets. Maar nu constateren de deskundigen, zoals ze bedachtzaam zeggen, een opmerkelijke evolutie in de waardering voor deze bouwkunde.’
De roep om behoud van het historische karakter van de wijk kwam tot uiting in de procedure die uiteindelijk in de gang werd gezet om het Scheepvaarkwartier het predicaat beschermd stadsgezicht te geven. Eind 1974 was de kogel door de kerk. ‘Nergens in Rotterdam is de 19e eeuw zo goed in een buurtje bewaard gebleven,’ meldde het Vrije Volk.
Parkeerproblemen
In het Scheepvaartkwartier woonden enkele honderden gezinnen, maar elke dag kwam een veelvoud daarvan aan werknemers de wijk binnen om te werken in de talrijke kantoren die er waren gevestigd. Parkeren werd vanaf eind jaren 60, begin jaren 70 een steeds belangrijker thema in de wijk.
Moesten er meer parkeerplaatsen komen? Of juist minder? De gemoederen konden en er hoog over oplopen.
De commotie die in de wijk ontstond over de parkeerproblematiek en het al of niet dempen van de Zalmhaven, leidde tot het in het leven roepen van groeperingen van bewoners en van bedrijven, die zich met de besluitvorming wilden bemoeien.
In het Scheepvaartkwartier bundelden in 1974 verschillende bewonersgroepen en bedrijfsorganisaties hun krachten in de stichting Wijkbelangen Scheepvaartkwartier/ Het Nieuwe Werk met als doel ‘gezamenlijk één instantie te vormen, die door de gemeente officieel als gesprekspartner zal worden geaccepteerd.’
In de loop van de jaren 80 bleef de parkeersituatie in het Scheepvaartkwartier steeds weer de kop opsteken, maar werden de discussies niet zo heftig meer gevoerd als voorheen. Er bleken ook genoeg andere dingen om zich over op te winden, zoals de verlevendiging in en rond het park.