Zondag, 10 november 2024
Logo de Stadsruit

Staat van de Straat, De-straat-met-de-vele-namen

Stukjesschrijver sprak wel eens met stedenbouwkundigen. Je zag er steeds meer door de stad lopen, want Rotterdam met zijn wederopbouw en moderne skyline was hot. Die stedenbouwkundigen vertelden hem dat het zo bijzonder was dat, ondanks alle moderniteit, het stratenpatroon in het centrum van Rotterdam nog grotendeels vooroorlogs, ja zelfs middeleeuws was.

Zo loopt er nog steeds een doorgaande weg van de Maas naar het andere uiteinde van de Stadsdriehoek, de Delftse Poort. ‘De-straat-met-de-vele-namen’, noemen die buitenlandse stedenbouwkundigen die weg. Vreemd, vond Stukjesschrijver, en besloot de proef op de som te nemen.

Eerst maar eens opzoeken. In de bibliotheek vond hij een boek met historische kaarten van de stad. De straat die ze bedoelen liep er inderdaad al heel lang.

Eigenlijk vanaf het Wijnhaveneiland, want over de Wijnhaven zelf was in vroeger tijden geen brug, over de brede stadsgracht de Blaak wel. Stukjesschrijver besloot de straat-met-de-vele-namen eens af te lopen, te beginnen bij de rivier, naar het noorden.

De rivier, de Maasboulevard over, met rechts Gebouw De Maas.

Hier heet het de Rederijstraat, waar buurman H. ’s zomers elke dag tussen de middag naar de vrolijk voorbij paraderende kantoormeisjes gaat kijken, in hun lunchpauze op weg van De Nieuwe Boompjes naar de buurtsuper op de Glashaven.

Dan is er de Rederijbrug en heet het de Glashaven. De rechterkant wacht al weer een paar jaar op nieuwbouw, links staat er de Tiktok-rij voor de koffiewinkel: ‘Please wait to be seated’. De jongelui wachten braaf, kijkend op hun telefoon.

Na de Glashaven passeer je de Regentessebrug over de Wijnhaven. Hier begon dus eigenlijk pas die middeleeuwse stadsstraat. Nu heet hij weer Posthoornstraat, met zijn groepjes Hogeschoolstudenten en de leveranciersingang van de Kamer van Koophandel. Stukjesschrijver steekt de Blaak over, altijd een waagstuk.

Aan de overkant is er het gapend gat van het gesloopte gebouw van de Rabobank, binnenkort een nieuw woongebouw. De straat heet nu Keizerstraat. Aan de overkant staat een Tiktok-rij bij de Japanse noedelwinkel, weer of geen weer.

Eens even zien, de straat-met-de-vele-namen heeft tot nu toe al zes namen gehad!

Bij de drooggelegde Steigersgracht staan altijd wel wat mannen met hun handen op de rug te kijken naar de bouwwerkzaamheden (bijna altijd mannen, vrouwen lopen liever door, maken hooguit een snelle foto).

Ze bouwen hier een surfcentrum, zijn stad werd langzamerhand een pretpark mopperdemopper. Stukjesschrijver sprak zichzelf vermanend toe dat-ie niet zo’n ‘vroeger-was-alles-beter’-brombeer moest worden.

Hij passeert de Hoogstraat, de vroegere zeewering, de grens van landstad en waterstad. Op de hoek van de failliete sportwinkel zit altijd een saxofoonspeler, een vluchteling uit Modavië, tegen de klippen op vrolijke deuntjes te spelen.

Dan heet het de Westewagenstraat. Aan de linkerkant het gebouw waar ooit warenhuis V&D zat, met de parkeergarage eraan vastgeplakt. Rechts Grand Café Dudok. Stukjesschrijver steekt de Meent over.

Aan de linkerkant het gebouw dat ze nu hebben omgedoopt in ‘Timmerhuis’, néé denkt Stukjesschrijver, het is geen school voor meubelmakers, het is het STADS-Timmerhuis, waar ze na de oorlog de stad opnieuw hebben ontworpen, mopperdemopper…

Het Haagseveer. Het beeld van Kunst&Vaarwerk ter herinnering aan Louis Davids, een gebroken gramofoonplaat.

Stukjesschrijver vraagt zich af of de vrolijke jongelui die hier zitten nog weten wat een gramofoonplaat is, laat staan of ze weten wie Louis Davids was, geboren en getogen in de rosse Zandstraatbuurt waar nu de kantoorkolossen van Het Gezag staan? ‘Die kleine burgerman met z’n confectiepakkie an….’

Aan het einde van het Haagseveer wordt de wederopbouwkerk omgebouwd tot muziekcentrum. Erachter de oranje-metalen replica van de Delftsche Poort, geschonken door een Duitse metaalbaron als ‘Wiedergutmachung’. En links het prachtige woongebouw aan het Hofplein dat moet wijken voor nòg mooiere bouwwerken, de bewoners zijn het er niet mee eens.

Stukjesschrijver is een beetje de tel kwijt. Rederijstraat-Rederijbrug-Glashaven-Regentessebrug-Posthoornstraat-Blaak-Keizerstraat-Westewagenstraat-Haagseveer. Negen namen op iets meer dan een kilometer. De buitenlandse stedenbouwers hebben gelijk, het is heel bijzonder.

(Peter Aubert) Foto’s Anne-Marie Höppener



Gerelateerde artikelen