Donderdag, 13 februari 2025
Logo de Stadsruit

Staat van de Straat, Schiedamsedijk

Stukjesschrijver had de laatste tijd klachten gekregen van lezers. Dat zijn stukjes wel leuk waren, maar steeds over Waterstad gingen. ‘Tja’, dacht Stukjesschrijver, ‘ze hebben wel een beetje gelijk. De overkant van de Leuvehaven hoort tenslotte óók bij de Stadsruit.’ En dus besloot hij op een mooie nazomerdag het water over te steken. Op ontdekkingsreis.

Bij de Scheepjesbrug moest hij al even stoppen. Wat zelden gebeurt, gebeurde: de brug werd opengedraaid door knoestige medewerkers van het Havenmuseum om een schip door te laten. De Vlaardingen 52, zag hij, die hier kennelijk even voor anker had gelegen en nu weer naar huis ging.

Aan de overkant lag de Schiedamsedijk. Stukjesschrijver wist dat die vóór de oorlog berucht was als hèt uitgaansgebied voor zeelui. Het wemelde er van de kroegen, gokhuizen, dancings, bordelen… Na de oorlog wilden de bestuurders van de stad kennelijk niet meer zo’n poel van zonde en bederf terug.

Om te beginnen werd besloten om maar één kant van De Dijk te herbouwen. Voor de  zekerheid werd er ook een brede autoweg over aangelegd met een metrotunnel  eronder. En dan bij voorkeur sááie winkels erlangs. En omdat het toch een ontdekkingsreis was besloot Stukjesschrijver ze eens te gaan tellen, de zaken die vandaag de dag aan die ooit zo bruisende uitgaansstraat zijn gevestigd.

Aan het begin, de kant van het Churchillplein, valt het nog mee. Hier stond vroeger de Bijenkorf van Dudok, zwaar beschadigd in 1940 en na de oorlog afgebroken om het ‘venster op de rivier’ te realiseren. Eens kijken.

Een stuk of tien winkelpanden, waarvan drie café’s, een noedelrestaurant, een avondwinkel, een smartshop en een sexshop. Dat kan er mee door. Maar ook al de onvermijdelijke nagel- en ontharingszaken.

En wat doet een ‘auto-inkoop’ in het vroegere uitgaansgebied van Rotterdam?

Stukjesschrijver passeert gebouw De Leuve, wederopbouwmonument, met op de begane grond leegstand, een betaalhulp, nog meer leegstand en om de hoek een kappersakademie. Voorbij de Schilderstraat (met het prachtige monument voor Japie Valkhoff) wordt het op De Dijk steeds triester. Stukjesschrijver neemt pen en papier en noteert: zo’n 33 winkelpanden in de strook totaan de GGD.

Negen ervan staan leeg, in zes panden zitten advocaten- of administratiekantoren. Dan heb je bijna de helft al gehad… Er zitten zeggen en schrijven drie zaken die een beetje bij het uitgaansgebied van de Witte de Withstraat zouden passen. En een massagesalon – ‘geen erotiek’ staat er nog maar eens ten overvloede op de deur. Misschien dat de bewoners erboven het allemaal wel lekker rustig vinden. Maar voor bezoekers van buiten is het huilen met de pet op.

Aan de overkant wilde de gemeente juist wèl toeristen en andere bezoekers trekken. Daar is het Maritiem Buitenmuseum, daar staat op de kop het gebouw waarin ooit het Imax-theater zat, Stads-tv Rotterdam, daar zou ooit het ekonomie-museum Econocenter komen, ook mislukt, een gokpaleis van drie verdiepingen dat Bram Peper nog persoonlijk heeft tegengehouden, de anatomie-‘experience’ Asklepion die ook niet doorging… plannen genoeg. Nu is er Hotel Mainport en dat is eindelijk een succes.

Stukjesschrijver loopt beneden langs de kade terug. Hangende toeristen die verveeld op hun telefoon kijken. Een ‘High Speed Harbour Tour’ voor wie de Spido te langzaam vindt gaan.

De Borrelboot, het Havenmuseum met zijn geluid en geur van hout en metaal… Stukjesschrijver geniet. Onder de havenkranen van Figee, tussen de sleepboten en de parlevinkers krijgt hij vanzelf weer dat vrolijke Japie Valkhoff-gevoel: ‘Ik zie de haven al….’

(Peter Aubert)



Gerelateerde artikelen