Staat van de Straat, Schiedamsevest
Buurman B had al een tijdje last van een verminderd uitzicht op de wereld. ‘M’n oog doet niet wat ik wil’, had hij tegen de huisdokter gebromd. En inderdaad, zonder bril kon hij zelfs die grote E op de ogentest niet meer lezen. ‘Staar’, zeiden ze in het Oogziekenhuis. Een nieuwe lens in je oog, betekent dat tegenwoordig. Dus op een dag liep Buurman B over de Schiedamse Vest, op weg voor ‘een kleine operatie’, zoals ze dat hadden genoemd.
Lag het aan hem of was die hele straat mistig, gelig en grijs? Veel mensen met ooglapjes of zonnebrillen, strompelend, ondersteund door familieleden. Eens kijken: Visio op nummer 158, het Ooghuis op nummer 160, het Oogziekenhuis op nummer 180 – het leek hier wel een ogen-boulevard. Voor de deur van het ziekenhuis was het druk. Er was personeel om je auto te parkeren.
Rechts van de ingang was de wachtruimte. Links van de ingang was de ‘acute oogzorg’, waar buurmeisje W. pas nog terecht was gekomen toen ze een voetbal keihard op haar oog had gekregen. Rechtuit de incheck-balie, waar mensen nerveus met hun afspraakformulieren stonden te frommelen.
Vierde verdieping. Wachtende mensen. Intake, druppelen, wachten. Portemonnee en sleutels in een locker. Wachten. Wachten. Op een monitor zag hij het rode oog knipperen van een mede-patient die al onder het mes was. Niet aan denken.
Toch wel een beetje eng, het idee dat ze straks met scherpe voorwerpen in je oog staan te peuteren…. Niet aan denken, even slikken. Dan in een rolstoel naar de operatiekamer. Meer druppelen. Een operatie-laken over je heen, scherp licht. De binnengekomen chirurg krabde de oude lens eruit, nee, je merkte er niks van, alleen dat geluid… Het inzetten van de nieuwe lens gaf wat druk en duister, klaar.
Het had al met al minder dan een uur geduurd. Terug in de wachtruimte nog een kop koffie, oogkapje op, spullen uit de locker, tot ziens. En zo doen ze er hier 36 op een dag.
De volgende dag al kon hij kijken met twee ogen.
Een hele opluchting! Terug op de Schiedamsevest was de grauwsluier verdwenen en had hij weer oog voor de architectuur en de omgeving. De vrolijke muurschildering van Daan Botlek, waar de toeristen graag tegenaan klimmen om een foto te laten maken.
In het Oogziekenhuis zelf de kunstwerken aan de muren, allemaal met ‘ogen’ of ‘zien’ als thema. Het vrolijke verplegend personeel. Buiten was er de okergele gevel van het ziekenhuis die het de allure geeft van een Venetiaans paleis, de blauwe lucht, de spelende kinderen van Basisschool Het Landje met hun kleurige kleertjes, het groen en oranje van het Johan Cruijff-speelveldje, het donkerbruin van de 100-jarige Waalse Kerk.
Een wereld van kleur. Buurman B. genoot, omdat hij alles letterlijk met nieuwe ogen zag!
(Peter Aubert)