Zaterdag, 5 oktober 2024
Logo de Stadsruit

‘Stadsridder’ Ed de Meijer eindelijk officieel geridderd !

© fotografie: Johannes Ode

Op 26 april 2023 was het dan eindelijk zover. Het behaagde de Koning om onze eigen ‘stadsridder’, Ed de Meijer, officieel tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau te benoemen.

Dat Ed geridderd werd, was een complete verrassing voor hem. Iedereen in zijn omgeving was al op de hoogte, maar wist het goed stil te houden. Met een smoesje werd Ed naar het Stadhuis gelokt. Zijn dochter Veerle had gezegd dat hij rondleidingen voor ambtenaren moest geven.

Pas toen hij op het stadhuis kwam en zijn familie zag staan besefte hij dat dit niet om een rondleiding van ambtenaren ging.  In zijn toespraak benoemde burgemeester Aboutaleb de verdiensten en energie van Ed, maar vooral dat er maar één persoon was die alle straatstenen van Rotterdam kende en dat was Ed.

Na de riddering ging het feest verder in het Jan van der Ploeghuis. Daar werd hij opgewacht door veel (ex) collega’s en buurtbewoners van Cool, Noord en Zevenkamp, de wijken waar Ed nog steeds actief is. Veel (muziek)artiesten traden belangeloos op. Als eerbetoon aan Ed trad het complete Koninklijke Rotterdamse Post Harmonieorkest op. Toen Ed binnen kwam en al zijn collega’s, vrienden, familie en buurtbewoners zag en het orkest hoorde spelen, raakte hij zichtbaar ontroerd en moest hij wel even een traantje wegpinken.

© fotografie: Johannes Ode

 ‘Ik wil de mensen weer verbinden en op straat zien te krijgen’
Met zijn tomeloze positieve energie, zijn Vlaamse accent en zijn eeuwige spijkerboek, gympies en petje op, is Ed de Meijer (77) een bekende verschijning in Rotterdam Cool. Als opbouwwerker is Ed in 1984 in Cool aan de slag gegaan en heeft hij aan de wieg gestaan van de grote transformatie in de Witte de Withstraat.

Hij heeft de wijk zien veranderen, “waar eerst de gokbazen en drughandelaren de straat overnamen, zie je nu hetzelfde gebeuren, maar nu door vastgoedjongens, horeca, toeristen  en bezoekers. Dit is niet goed voor een wijk, bewoners verliezen daarmee de binding met hun wijk.

Bewoners moeten het idee hebben dat zij ook nog invloed hebben op de wijk, dat ze iets te zeggen hebben of dat er naar hun geluisterd wordt. Dat gevoel is er nu helemaal niet. Het is jammer dat Cool ook geen huis van de wijk heeft. We hebben nu een soort huiskamer in de Schotste Kerk waar we inloopspreekuren en koffie ochtenden kunnen houden en kleine culturele evenementen organiseren”.

Zodoende werd Ed teruggevraagd in de wijk. Met een uitgebreid netwerk en met het organiseren van culturele activiteiten probeert Ed weer bewoners en ondernemers met elkaar in contact te laten komen. “Er wordt niet meer gepraat en daarnaast is er ook best veel eenzaamheid. In elk portiek van Cool ken ik zeker nog twee of drie bewoners, ze kennen en vertrouwen mij, dus zijn dan sneller geneigd om langs te komen of mee te doen. Door culturele evenementen te organiseren breng je oude, nieuwe en jonge bewoners met elkaar in contact. “Ik wil de mensen weer verbinden en op straat zien te krijgen”.

© fotografie: Johannes Ode

‘Opbouwwerk moet je met de wijk vorm geven en niet door opdrachten vanuit de gemeente’.
Ik zie de onderscheiding ook als een waardering voor het opbouwwerk ‘oude stijl’.  Vroeger gaf je opbouwwerk vorm in de wijk, samen met bewoners. Nu is de politieke agenda leidend geworden in opbouwwerk en manifesteert de gemeente zich als opdrachtgever. Ze leggen opdrachten neer bij het opbouwwerk met een houding van, wie betaalt bepaalt!

Hierdoor gaat het opbouwwerk hand in hand met de ambtenarij en dat zorgt niet echt voor cohesie. Zeker niet in Cool. Daar is het wantrouwen naar de politiek en ambtenarij groot vanwege alle pilots en experimenten die er al in de wijk zijn geweest en niet altijd even succesvol zijn gebleken. Met de huiskamer in de Schotse Kerk probeer ik, samen met Mieke Sandifort, het vertrouwen terug te winnen en de verbindende schakel te zijn”.

Zelfs na zijn pensionering werkt Ed nog vrijwillig als opbouwwerker ‘oude stijl’ in verschillende Rotterdamse wijken. Alleen de zondag is zijn familiedag die hij graag met zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen doorbrengt. Dan heeft hij de rol van oppas of voetbal opa.  

Op de vraag wat Ed zijn brandstof is om nog 70 uur per week zich onbezoldigd voor deze stad in te zetten, is het antwoord: ‘de liefde voor de stad, de buurt en de bewoners en dat met elkaar in contact te brengen’. Dat is best nog een pittige uitdaging en daarom denkt Ed er nog lang niet over na om te stoppen, “als een echte ridder zal ik sterven in het harnas”!

(Joke Mulder)



Gerelateerde artikelen